“de rode lijn kon ik niet meer ontdekken, een gevoel van moedeloosheid kwam naar boven….”

Medio 2012 liep ik binnen mijn professie op een bepaald aspect vast.

Mijn werkgever bood mij een coachingstraject aan en adviseerde mij om contact op te nemen met Roland i.v.m. eerdere positieve ervaringen.

In totaal heb ik na een uitgebreid kennismakingsgesprek, 7 afspraken met Roland gemaakt binnen een periode van ruim een half jaar.

Het verloop van mijn coachingstraject zag er als volgt uit: theoretische onderbouwing van ter plekke ingebrachte casuïstiek vanuit mijn eigen werkervaring; het in de praktijk brengen van de aangereikte theorie en deze middels een reflexie verslag telkens te bespreken.

Wat heeft dit mij gebracht?

In eerste instantie is de relatie tussen de ingebrachte theorie (soms enigszins bekend, soms niet bekend) en de praktijk interessant. Bewustwording van eigen handelen stond hierin voor mij centraal (en niet alleen afgaan op intuïtie en gevoel). Juist het beschrijven van eigen handelen in de praktijk (soms confronterend) werkte goed. Schijnbaar eenvoudige vraagstellingen van Roland (waarom had ik dat zelf niet bedacht?), maakten mij soms onzeker over mijn eigen competenties.

Tijdens volgende gesprekken werd zoveel theorie aangeboden, dat ik door de bomen het bos niet altijd meer zag. De rode lijn kon ik niet meer ontdekken. Een gevoel van moedeloosheid kwam naar boven.

De kracht van herhaling deed echter zijn werk tezamen met een geloof van Roland in mijn kunnen en zijn geduld om de noodzakelijke verbindingen tussen de theorie en de  praktijk te blijven leggen. Langzaam maar zeker begon ik alle ingebrachte stof, mijn eigen ervaringen en mijn eigen competenties zelf met elkaar te verbinden.

Hier stopte de coaching.

Zoals een fysiotherapeut oefeningen kan geven om letsel te herstellen en je verder je eigen behandelaar bent om deze oefeningen verder steeds te herhalen, zo heeft Roland mij ‘tools’ aangereikt die ik nu verder zelf moet blijven oefenen. Hier is nu voldoende basis voor gelegd en ik zie de toekomst wat dat betreft met meer vertrouwen tegemoet.

Lydia de Boer, manager Prinsenstichting